Financieel planner Alisen Düzgün buigt zich over de financiële situatie van Annemarie. De vermogensrendementsheffing in box 3 gaat uit van een fictief rendement. Over dat fictieve rendement wordt 31% belasting geheven. 

De fiscus kijkt naar het vermogen op 1 januari. Hoe hoog het fictieve rendement is, hangt af van de omvang van het vermogen. Er geldt een vrijstelling van € 50.000 per persoon, dus voor Annemarie en haar man samen € 100.000. Ze betalen dus vermogensrendementsheffing over € 250.000.

De heffing in box 3 kan oplopen tot 1,76%. Dat is zuur als het spaargeld op de bank staat en niets oplevert of zelfs geld kost in de vorm van negatieve rente. Wie alleen spaargeld heeft, is over het algemeen financieel beter af als dit geld ondergebracht is in de BV (box 2). Dan wordt alleen het werkelijke rendement belast.

Wie vermogen heeft dat veel rendement oplevert, kan het vermogen beter in box 3 houden. Dan wordt immers alleen het fictieve rendement belast. Het omslagpunt ligt op bijna 4%. Bij een hoger rendement is box 3 voordeliger. Dat is zeker het geval bij beleggingen in vastgoed. De huuropbrengst en de waardestijging overtreffen dan het fictieve rendement in box 3.

Bij vermogen in aandelen is het minder zwartwit. Annemarie heeft in 2020 weliswaar 7% rendement gerealiseerd, maar de koersen kunnen ook dalen. Vermogen dat Annemarie in de BV stort, kan zij er later ook weer netto uit halen. Alleen over het rendement is belasting verschuldigd. Afhankelijk van het rendement dat Annemarie in de toekomst denkt te realiseren kan ze kiezen waar zij het geld onderbrengt.

Alisen Düzgün
Financieel Planner