Straks 2 nieuwe pensioencontracten: wat zijn de verschillen?

In het nieuwe pensioenstelsel komen 2 soorten pensioencontracten: de solidaire premieregeling en de flexibele premieregeling. BPMS onderzoekt samen met SPMS wat het beste contract is voor de medisch specialisten. De uitkomst leggen ze voor aan de VvA. Via deze weg zal er ook geluisterd worden naar de voorkeur van de medisch specialisten zelf. Uiteindelijk wordt er tijdens de VvA van december gestemd en zo gekozen voor een voorlopige voorkeursvariant (met mogelijk uitstel naar maart 2022).

Wetsvoorstel

Het wetsvoorstel voor het nieuwe pensioenstelsel, de Wet toekomst pensioenen, gaat naar verwachting begin 2022 naar de Tweede Kamer. Momenteel wordt het wetsvoorstel verder uitgewerkt. De wet moet op 1 januari 2023 ingaan. De spelregels zijn dus dan pas volledig uitgewerkt en definitief. Het nieuwe pensioenstelsel moet uiterlijk op 1 januari 2027 ingaan. Maar veel pensioenfondsen willen het stelsel al op uiterlijk 1 januari 2026 laten ingaan - dat was de oorspronkelijke datum, maar de wet is uitgesteld. Voor die tijd maakt BPMS in samenspraak met SPMS en haar deelnemers een keuze voor een van de twee pensioencontracten en bereiden de pensioenfondsen en –uitvoerders zich voor op de invoering van het nieuwe stelsel.

De sterkmakers van het stelsel veranderen niet

Het Nederlandse pensioenstelsel wordt geprezen in het buitenland. De AOW voorkomt armoede onder ouderen. Verplichtstelling en solidariteit van het aanvullend pensioen zorgen voor veel mensen voor een adequaat inkomen na pensioneren. Deze sterkmakers van het stelsel veranderen niet. Wel wordt het stelsel aangepast aan de 21e eeuw, zodat het beter aansluit op ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, maatschappelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen op de financiële markten.

Een ander soort regeling: de premieregeling

Beide pensioencontracten in het nieuwe pensioenstelsel zijn premieregelingen. Deze pensioenpremies worden belegd. Het uiteindelijke pensioenresultaat hangt af van de beleggingsresultaten. Dat is in de huidige situatie feitelijk ook zo. Maar in de nieuwe situatie wordt alleen een premie toegezegd, terwijl er nu een uitkering wordt toegezegd. Er zijn echter nu geen effectieve instrumenten om deze toezegging van een uitkering waar te maken. Deelnemers krijgen in de nieuwe situatie informatie over de ontwikkeling van hun persoonlijk pensioenvermogen, zodat duidelijk wordt hoeveel pensioen er voor hen persoonlijk is gereserveerd. Het pensioen wordt dus persoonlijker en transparanter.

Pensioen wordt beweeglijker

Een belangrijk verschil is dat financiële schokken op dit moment nog worden opgevangen in de dekkingsgraad en slechts zeer geleidelijk doorwerken in de hoogte van een aanspraak of uitkering.


Straks verandert dat. Het pensioen gaat directer meebewegen met de economie. Pensioenen gaan eerder omhoog, want er hoeven minder buffers opgebouwd te worden en rendement kan directer worden uitgekeerd. Maar pensioenen zullen ook eerder verlaagd worden. Naarmate deelnemers dichter bij hun pensioen komen, wordt het pensioenvermogen op zo’n manier belegd dat er minder schommelingen zijn. Dit zorgt ervoor dat het pensioen van gepensioneerden zo min mogelijk meebeweegt met de economie.

Overeenkomsten en verschillen

Er zijn veel overeenkomsten tussen de flexibele premieregeling en de solidaire premieregeling pensioencontract. Het zijn allebei premieregelingen: de premie is de toezegging. Er wordt gecommuniceerd over een persoonlijk pensioenvermogen en het verwachte pensioen bij normaal weer, goed weer en slecht weer. Maar er zijn ook verschillen. In de flexibele premieregeling kunnen deelnemers meer keuzes maken. In het nieuwe pensioencontract kunnen deelnemers meer risico’s met elkaar delen.

Individueel of collectief

De flexibele premieregeling is een meer individuele regeling. Op de pensioendatum kunnen deelnemers kiezen tussen een lagere, maar stabiele uitkering. Of een hogere, maar beweeglijker uitkering. Ook kunnen ze meestal zelf kiezen hoe risicovol ze hun pensioenvermogen willen beleggen. De solidaire premieregeling is een meer collectieve regeling. Deelnemers beleggen het pensioenvermogen samen en delen risico’s met elkaar. Deelnemers kunnen niet zelf kiezen hoe hun pensioenvermogen belegd moet worden. Wel zijn pensioenfondsen wettelijk verplicht om periodiek te onderzoeken hoeveel beleggingsrisico hun deelnemers willen lopen. Vervolgens stelt het pensioenfonds per leeftijdscategorie de risicohouding vast. Het beleggingsbeleid wordt daarop afgestemd.

Solidariteitsreserve

In de solidaire premieregeling is een solidariteitsreserve verplicht. Dit is een collectief vermogen om de risico’s tussen jongeren en ouderen te delen. De solidariteitsreserve wordt bekostigd uit de premie of uit het rendement. De solidariteitsreserve kan zorgen voor hogere en stabielere pensioenen. In de flexibele premieregeling is de solidariteitsreserve niet verplicht, maar een optie.