‘Ik ben een fijnproever als het om koffie gaat’, zegt Elly Wajon (67). Zij was als cardioloog werkzaam in het Medisch Spectrum Twente. Sinds april van dit jaar is zij gediplomeerd barista.
‘Een oud-patiënt van mij heeft een koffiezaak. Ik heb veel bewondering voor haar. In coronatijd had ze het zwaar en ondanks haar ziekte had ze zoveel veerkracht. Zij brandde zelf koffie en ik raakte geïnteresseerd in de wereld van koffie. Ik ben eens gaan kijken bij het instituut waar zij opgeleid was. Daar raakte ik zo enthousiast, dat ik me meteen heb ingeschreven voor een volledige opleiding van een jaar. Mijn vlieguren maakte ik in de zaak van mijn oud-patiënt.’
‘Heel erg. Maar ik ben niet een koffieleut die de hele dag door koffie drinkt en zeven of acht koppen wegdrinkt. Ik ben een fijnproever. Tijdens mijn opleiding tot barista is mijn smaak nog meer ontwikkeld. Je leert alles over soorten koffiebonen, de maling en de zetmethoden. Zoals een sommelier veel van wijn weet, heb ik dat met koffie.’
‘Haha, niet per se. Zeker espresso niet, want daar zit veel cholesterol in. Filterkoffie is beter. Maar in normale hoeveelheden is er niets mis met koffie. Voor alles geldt: met mate.’
‘Als het nodig is, val ik in bij mijn oud-patiënt. En ik werk soms voor Flooresso, een bedrijf van een vrouw die als barista werkt op beurzen en evenementen. Voor Flooresso heb ik bijvoorbeeld gewerkt op de NK Dressuur en bij het Hengelo’s Korenfestival. Elke dag werken hoeft niet, maar af en toe vind ik erg leuk.’
‘Dat was toeval. Ik wilde gynaecoloog worden. Afgezien van het feit dat het voor artsen begin jaren tachtig moeilijk was om aan werk te komen en het voor vrouwen sowieso moeilijk was om in opleiding te komen als gynaecoloog, ging de voorkeur uit naar mensen die gepromoveerd waren. Dat was ik niet. Ik belandde op de afdeling interne geneeskunde in het Zeister Ziekenhuis. Daar was net een nieuwe cardioloog, die mij enthousiast maakte voor zijn vak. Ik dacht: niet geschoten is altijd mis. Bij de eerste de beste sollicitatie werd ik aangenomen voor de opleiding in het Antonius in Nieuwegein. Daar hadden ze klasjes met 16 artsen in opleiding, waar standaard één vrouw bij zat.’
‘Wat me zo leuk leek aan gynaecologie, de combinatie van iets doenerigs en denken, zat ook in het vakgebied cardiologie. Ik vond de handvaardigheid leuk, zoals hartkatheterisatie of pacemakers implanteren, maar het klinische denkwerk ook. In mijn studie was ik erg geïnteresseerd in fysica en het hart is een enorm fysisch orgaan. Het was puur toeval, maar ik belandde op een plek die helemaal bij mij paste.’
‘Ooit had ik bedacht dat ik met 60 wilde stoppen, maar toen ik eenmaal 60 was, dacht ik: ik plak er nog een paar jaar aan vast. Maar op mijn 64ste dacht ik: ik ben nog gezond en vitaal en mijn partner, die vier jaar ouder is, ook. Dat was een reden om te stoppen. Plus het feit dat het ziekenhuis ging werken met een nieuwe elektronische infrastructuur. Ik vroeg me af of ik die omslag nog wilde meemaken. Ook speelde mee dat er te weinig banen zijn voor jonge cardiologen en dat ik wel plaats wilde maken. En je moet op je hoogtepunt stoppen. Maar mijn ontslagbrief schrijven vond ik een moeilijk moment. Opeens staat het echt zwart op wit.’
‘Het is heerlijk. Het is fijn om van de agendadwang bevrijd te zijn. De andere kant is dat je leuke dingen achterlaat, zoals het contact met patiënten, collega’s en verpleegkundigen. Ik ben expres in de zomer gestopt. Dan is het mooi weer en kun je buiten van alles doen.’
‘Behalve dat ik barista ben? Ik ben tot voor kort nog doorgegaan met coaching van co-assistenten. En ik ben secretaris van de Twentse Vos, een zakennetwerk voor vrouwelijke ondernemers en bestuurders.’
‘Ik deed online een simpele scan, maar in het jaar voor mijn pensioen deed ik een uitgebreide scan bij een financiële planner van SPMS. Dat was heel prettig. De uitkomst was niet echt een verrassing, maar het is fijn als iemand al je verschillende pensioenpotjes op een rij zet met een prognose.’