Voldoende geld om prettig te leven nadat je gestopt bent met werken? ‘De meeste mensen denken daar niet graag over na’, zegt sociaal psycholoog Liza Luesink. ‘Zelfs als ze weten dat ze dit eigenlijk wel zouden moeten doen.’
‘Er zijn tal van redenen waarom mensen niet graag nadenken over hun pensioen’, zegt Luesink, directeur van Duwtje, een bureau dat adviseert over gedragsverandering en campagnes ontwikkelt voor overheden en grote bedrijven. Zo vinden mensen het moeilijk om zichzelf te zien als een ouder iemand. ‘In ons brein zit een gat tussen onze werkelijke leeftijd en hoe oud we denken dat we zijn. Dat blijkt uit onderzoek van David Rubin en Dorthe Berntsen, een Amerikaanse en een Deense psycholoog. Mensen tussen de 40 en 70 voelen zich zo’n 20% jonger. Iemand van 50 voelt zich bijvoorbeeld 40’, zegt Luesink. Hierdoor lijkt pensioen extra ver weg, vertelt ze. De Amerikaanse psycholoog Hal Herschfield en zijn collega’s deden experimenten met filters over foto’s. Door de filters kregen mensen een oudere versie van zichzelf te zien. ‘Zo’n filter, gewoon beschikbaar op je telefoon, blijkt mensen significant meer bereid te maken om te sparen voor hun pensioen.’
Ook de illusie van onschendbaarheid zorgt ervoor dat we ons niet snel bezighouden met ons pensioen. ‘Mensen schatten de kans dat een ander een auto-ongeluk of een ernstige ziekte krijgt veel hoger in dan dat het henzelf overkomt’, aldus Luesink. ‘We denken dat de risico’s meevallen en dat het allemaal wel goed komt.’ Daardoor gaan we ervan uit dat we het straks financieel best redden. Ons huis is toch meer waard geworden? En we hebben toch spaargeld? En niet te vergeten die erfenis in het vooruitzicht. Met dat pensioen komt het straks wel goed. Bovendien denken we dat we het later makkelijker vinden om te bezuinigen dan nu. Net zoals we denken dat stoppen met alcohol of starten met hardlopen ons volgende maand gemakkelijker afgaat dan nu. Vandaag is een slecht moment, maar volgende maand is dat heel anders.
De meeste mensen weten best dat het verstandig is om na te denken over voldoende inkomen later, maar stellen dat uit. ‘We hebben last van inertia. Dat is onze neiging om alles te laten zoals het is’, stelt Luesink. ‘Soms weten mensen ook niet waar ze moeten beginnen, want ze vinden pensioen vaak ingewikkeld. Ook dat is een reden om je er niet in te verdiepen. Je moet in materie duiken waar je waarschijnlijk weinig van weet. Als je een drukke baan hebt, is dat niet iets waar je op een vrije zondagmiddag prioriteit aan geeft’, zegt Luesink. ‘Temeer omdat je pensioen regelen iets is waarvan je voorlopig geen effect ziet. We willen graag een beloning op korte termijn, terwijl je van een goed pensioen pas later profiteert. De denkfout die hier speelt heet de present-bias: “nu” weegt zwaarder dan “later”. Hier heeft Shlomo Benartzi, een Amerikaanse gedragseconoom, veel onderzoek naar gedaan.’
Medisch specialisten bouwen automatisch pensioen op bij SPMS. ‘In de psychologie noemen we dit de ‘default’: pensioenopbouw is de standaard. Dat is zeer effectief, want je hoeft geen moeite te doen’, zegt Luesink. Dit pensioen is een basispensioen. Om na pensionering dezelfde levensstandaard te houden moeten medisch specialisten zorgen voor extra inkomen of voldoende vermogen. De financiële planners van SPMS kunnen hierbij adviseren. Zij brengen je (toekomstige) financiële situatie in kaart, zodat je weet dat je op de goede weg bent of dat je misschien extra maatregelen moet nemen. ‘Ook dat is gemak’, vindt Luesink. ‘Het is maar een heel kleine stap om een afspraak te maken met de financieel planner.’ Dit levert volgens haar ook op korte termijn een beloning op. ‘Het geeft direct een lekker gevoel als je weet dat je je zaakjes goed geregeld hebt. Zeker als denken over pensioen al een tijd op je to-do-lijst staat.’
Wat ook helpt om in beweging te komen en werk te maken van je pensioen, is denken aan partner en kinderen. ‘Verbinding is een universele waarde’, aldus Luesink. ‘Allemaal vinden we onze naasten belangrijk. We zijn gemotiveerder om het voor hen geregeld te hebben dan voor onszelf.’ Een ander hulpmiddel is met familie of vrienden praten over het leven dat je wilt leiden als je pakweg 70 bent. Misschien verre reizen maken? In het huidige huis blijven wonen of toch iets anders kopen? ‘Dan komen we via een omweg weer bij ons pensioen terecht’, zegt Luesink. ‘Want de volgende vraag is: wát hebben we nodig om dat gewenste leven te kunnen leiden?’