Ze is dermatoloog én pensioenbestuurder. Die twee rollen hebben veel overeenkomsten, volgens Amber Goedkoop, de nieuwe voorzitter van SPMS, het pensioenfonds van de vrijgevestigde medisch specialisten. “De medische en de pensioenwereld raken aan elkaar, dat vind ik mooi om te zien.”
APG, de pensioenuitvoerder van SPMS, interviewde Amber Goedkoop. Goedkoop is dermatoloog en sinds maart 2023 voorzitter van SPMS. Lees hier het hele interview.
Dit interview verscheen eerder op apg.nl. Beeld: Aad van Vliet
Als Amber Goedkoop een interview geeft, gaat dat meestal over de gevaren van huidkanker, door te vaak en te veel blootstelling aan de zon. Zo vertelde ze de afgelopen jaren in bijvoorbeeld damesweekblad Margriet en in het Jeugdjournaal hoe we onze huid het best tegen de zon kunnen beschermen. (We herhalen het hier nog maar eens: smeren, smeren en nóg eens smeren met zonnebrandcrème - óók op het puntje van de neus, de oren en de lippen). “Huidkanker komt steeds vaker voor, daar maak ik me zorgen over”, zegt ze vanuit het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht, waaraan ze als dermatoloog verbonden is.
Praten over haar vak vindt dokter Goedkoop een stuk gemakkelijker dan over haar rol als de kersverse voorzitter (per 1 maart 2023) van SPMS, het pensioenfonds van de 18.000 vrijgevestigde medisch specialisten, lacht ze. Maar ze doet het wel, want ook de financiële gezondheid van haar beroepsgenoten – nu en later – ligt haar nauw aan het hart. “Als jonge specialist was pensioen een ver-van-mijn-bedshow voor me, ik had me er nog nooit mee beziggehouden. Pas toen ik me er eenmaal in ging verdiepen, zag ik het belang ervan in: niet alleen voor mezelf en mijn collega’s, maar ook in maatschappelijke zin. Ik zie trouwens ook veel raakvlakken met de zorgsector.”
“Als dokter praat je veel met patiënten: wat is het probleem, welke behandeling kunnen we daarvoor kiezen en wat zijn de voor- en nadelen daarvan? Je maakt voortdurend afwegingen, waarbij je steeds het belang van de patiënt voor ogen houdt. Eigenlijk doe je dat als pensioenbestuurder net zo. Ook in die rol luister je naar deelnemers en weeg je alle belangen tegen elkaar af, om uiteindelijk tot financieel gezonde keuzes in het pensioenbeleid te komen die je vervolgens duidelijk communiceert. De medische en de pensioenwereld raken dus aan elkaar, dat vind ik mooi om te zien.”
“Zeker, maar er zitten veel voordelen aan de verplichte aansluiting bij een beroepspensioenfonds. Allereerst is het fiscaal gunstiger. Bovendien kunnen wij als fonds betere beleggingsrendementen realiseren, omdat we meer schaal hebben en kunnen investeren in andere categorieën dan particuliere beleggers. Verder worden de kosten en risico’s van het vermogensbeheer met elkaar gedeeld. Het merendeel van onze deelnemers ziet de meerwaarde daarvan in, het draagvlak voor de verplichtstelling is groot. Zo is tachtig procent van de vrijgevestigde medisch specialisten lid van onze beroepsvereniging, terwijl dat voor een verplichte pensioenregeling eigenlijk maar zestig procent hoeft te zijn.”
“Die staan soms sceptischer dan oudere deelnemers tegenover het verplichte pensioen, ja. Als je als specialist je opleiding hebt afgerond, ben je meestal zo rond de 35 jaar. Op die leeftijd komt een aantal life events samen: je begint een gezin, je koopt een huis in de buurt van het ziekenhuis waar je je vestigt en je koopt je in een maatschap in. Ook financieel komt er dus een aantal zaken bij elkaar. Als je dan naast je hypotheek en alle andere lasten ook nog elke maand je pensioenpremie moet afdragen, is dat best een opgave. Jonge specialisten zeggen soms ook: waarom kan ik niet gewoon zelf beleggen voor later? We willen de komende tijd dan ook meer het gesprek met hen aangaan: uitleggen wat we hun als fonds te bieden hebben en ophalen wat ze van ons verwachten. Maar vaak lééft het onderwerp pensioen nog helemaal niet voor jonge specialisten. Terwijl het rendement het grootst is als je vroeg begint met het opbouwen ervan en op tijd nadenkt of je nog aanvullende maatregelen moet nemen voor een gezonde financiële toekomst.”
“Ook in onze communicatie is het vooral een uitdaging om de jongere specialisten te bereiken. We zoeken dus naar allerlei nieuwe manieren om de boodschap beter over te brengen op onze deelnemers. Zo zijn we inmiddels overgegaan op papierloze communicatie, alles gaat digitaal. We zetten sinds kort ook de financiële prestaties van het fonds en bijvoorbeeld het duurzaamheidsverslag op LinkedIn om mensen op hun bredere interesse aan te spreken.”
“Dat je hoogopgeleid bent, betekent nog niet dat je de complexe pensioenmaterie meteen begrijpt. Ook voor deze groep moet je het dus begrijpelijk opschrijven en goed uitleggen. We hebben als fonds ook financieel planners in dienst, die mensen kosteloos kunnen adviseren over hun financiële situatie en hun pensioenkeuzes. Dat vinden we bij onze zorgplicht horen. Zeker straks is dat belangrijk, als we overgaan naar het nieuwe pensioenstelsel.
Maar eigenlijk zouden we het liefst meteen met élke nieuwe toetreder in het fonds in gesprek gaan: hoe zorg je dat je je financiën nu en later op orde hebt? Die financieel planners fungeren voor ons als bestuur als onze oren en ogen: zo horen we wat er speelt bij onze deelnemers. Wat daarbij ook helpt is de Vergadering van Afgevaardigden. Daarin hebben ongeveer zeventig medisch specialisten zitting, uit alle ziekenhuizen en uit zelfstandige klinieken, zowel nog actief als gepensioneerd. Die zeventig mensen hebben allemaal een gedegen opleiding op pensioengebied gekregen en vormen een stevige brug naar onze achterban.”
“Wij indexeren jaarlijks 3 procent, dat is een vast percentage. Dat deden we dus ook in de afgelopen jaren, toen veel andere pensioenfondsen niet konden indexeren. Vanwege de goede financiële situatie van het fonds, doen we er dit jaar nog eens 1,25 procent indexatie bovenop. Met onze dekkingsgraad zouden we nog meer kunnen indexeren, maar de pensioenen mogen niet te hoog worden van de fiscus. Dus het moet bij die 4,25 procent blijven, heel vervelend voor onze deelnemers. Maar dat hebben we goed uitgelegd en er is gelukkig ook begrip voor. Straks in het nieuwe pensioenstelsel wordt het wél mogelijk om een groter deel van de buffer uit te keren aan de deelnemers en meer te indexeren. We willen dus graag zo snel mogelijk over naar het nieuwe stelsel." SPMS stapt op 1 januari 2027 over naar de nieuwe regels.
“We zijn met het bestuur op roadshow gegaan langs de ziekenhuizen. Daarbij merkten we keer op keer dat de voorkeur bij onze deelnemers uitging naar de solidaire premieregeling (naast individuele pensioenpotjes is er een collectieve solidariteitsreserve voor het opvangen van schokken op de financiële markten, red.). Die duidelijke keuze heeft alles te maken met het sterke gevoel van solidariteit in onze beroepsgroep. Dat zit nu eenmaal in ons DNA: mensen beter maken en voor elkaar zorgen.”
“Er komt steeds meer druk op de zorg. Door de vergrijzing neemt niet alleen de zorgvraag, maar ook het personeelstekort toe, vooral bij verpleegkundigen en ander zorgpersoneel. Maar ook bij jonge specialisten en artsen-in-opleiding zien we meer burn-outs dan vroeger: de werk-privébalans wordt vaker verstoord. We kijken momenteel als fonds hoe we onze deelnemers kunnen helpen om met die werkdruk om te gaan. Bijvoorbeeld door het ter beschikking stellen van een slaapcoach om te zorgen dat specialisten met veel avond- en nachtdiensten toch voldoende rust krijgen. We houden ons dus niet alleen bezig met de financiële gezondheid van onze deelnemers, maar ook met hun fysieke en mentale welzijn.”
“Die mogelijke verplichting hangt als een dreiging boven het hoofd van ons als vrijgevestigde medisch specialisten en dus ook van het fonds. Als de overheid besluit dat we in loondienst moeten, dan komen er geen nieuwe toetreders meer en moeten we als gesloten pensioenfonds verdergaan (er worden dan geen pensioenpremies meer in het fonds gestort, alleen de bestaande pensioengelden worden nog beheerd en uitgekeerd, red.). Die kwestie houdt ons dus wel bezig: niet alleen als pensioenfondsbestuur, maar ook als beroepsgroep. Als vrijgevestigde medisch specialisten hebben we een manifest opgesteld. Daarin stellen we dat verplichte loondienst juist níet de oplossing is voor het betaalbaarder en bestuurbaarder maken van de zorg, zoals in de politiek wordt gedacht. Het tegendeel is het geval.”
“In onze coöperaties en maatschappen zit veel creativiteit en denkkracht en wordt geïnvesteerd in allerlei innovatieve toepassingen om de zorg betaalbaar te houden en meer te doen met minder mensen. Dat helpt enórm om de zorg met elkaar weer de goede kant op te krijgen. Bovendien kunnen wij als zelfstandig ondernemers niet alleen meedenken, maar hebben we ook de vrijheid om kritisch te zijn naar het bestuur van de ziekenhuizen en de klinieken waar we werkzaam zijn, als dat nodig is. Voor artsen in loondienst is dat lastiger, die zitten immers in een afhankelijkheidsrelatie. We hebben ook in de zorgsector countervailing power nodig, zeker in deze tijd.”
“Wij vormen een bijzonder pensioenfondsbestuur: er zitten geen professionals in, we zijn allemaal zélf medisch specialist of dat geweest. Ik noemde ook al de Vergadering van Afgevaardigden, die ons een goed beeld geeft van wat er speelt bij onze deelnemers. Maar ook in de samenleving zélf. Wij zijn niet alleen pensioenbestuurders, we zijn ook arts. We zitten niet op een eiland, we staan midden in de maatschappij. Die komt elke dag onze spreekkamers binnen: het contact met onze patiënten is elke keer weer een reality check.”
“De levensverwachting van medisch specialisten ligt rond de 88 jaar, dat is hoger dan de gemiddelde Nederlander. Ze kunnen dus vaak nog lang van hun pensioen genieten en wij willen er als fonds aan bijdragen dat ze dat onbezorgd kunnen doen. Maar we willen ook al eerder in hun leven van betekenis zijn: bijvoorbeeld bij belangrijke momenten, zoals het toetreden tot een maatschap, het kopen van een huis, bij scheiding of het overlijden van een van de partners, of bij een erfenis. Om welke financiële keuzes vraagt dat en welke gevolgen hebben die voor het inkomen van later? Dat kunnen we inzichtelijk helpen maken. Verder willen we onze deelnemers graag helpen om fit en vitaal te blijven, in hun werkende leven en daarna. Kortom, als pensioenbestuurders willen we onze deelnemers ontzorgen, zowel financieel als fysiek en mentaal. En dát komt dan weer heel dicht bij onze rol als dokter.”