Resultaten risicopreferentieonderzoek 2022

‘Deze resultaten geven houvast voor het beleid van komende jaren’

‘Het is voor SPMS belangrijk een goed beeld te hebben van de risicopreferenties van de deelnemers. Hoeveel risico willen en kunnen zij lopen? Wat verwachten ze van SPMS? Daar houden we in ons beleggingsbeleid rekening mee’, zegt Kees Vermeij, SPMS-bestuurslid en voorzitter van het Investment Committee.

De Wet toekomst pensioenen schrijft voor dat pensioenfondsen periodiek onderzoek moeten doen naar de risicopreferenties van deelnemers, voormalig deelnemers en gepensioneerden. Eind vorig jaar hield SPMS een risicopreferentieonderzoek. 

Hiervoor werden alle ruim 17.000 deelnemers, actieven, voormalig deelnemers en gepensioneerden, per e-mail benaderd. De respons was met 16% zeer hoog. Doorgaans levert dit soort onderzoeken een respons op van ongeveer 6%. Vermeij: ‘Deze onderzoeksresultaten geven houvast om het beleggingsbeleid voor de aankomende periode vast te stellen.’ 

Marktonderzoeksbureau Ipsos en pensioenconsultant WTW voerden het onderzoek uit. Aan deelnemers werd gevraagd hoeveel risico zij willen lopen, of ze risico kunnen lopen en wat ze verwachten van SPMS. Voorheen werd risicopreferentie veelal op kwalitatieve wijze bepaald. Toezichthouder AFM (Autoriteit Financiële Markten) stuurt aan op een kwantitatieve methode. Het risicopreferentieonderzoek van SPMS is een combinatie van beide methoden.

Beleggingsvoorkeur deelnemers: defensief, neutraal of offensief?

kees-vermeij-200x300

 

Uit het onderzoek blijkt dat 32% van de deelnemers kiest voor een defensief risicoprofiel, 25% voor een neutraal profiel en 43% voor een offensief profiel. Actieve en voormalige deelnemers hebben iets vaker een offensief profiel dan gepensioneerden. De kwantitatieve onderzoeksresultaten gaven een wat defensiever beeld dan de kwantitatieve.

‘In het kwalitatieve deel werden meer concrete bedragen genoemd. Dan hebben mensen kennelijk een andere risicopreferentie dan wanneer ze geen bedragen zien’, constateert Vermeij. ‘De manier waarop je de vraag stelt heeft invloed op het antwoord.’

Uit het onderzoek blijkt dat de meerderheid van de deelnemers vindt dat het SPMS-bestuur mag afwijken van de risicopreferentie van de deelnemers als dit leidt tot betere beleggingsresultaten. ‘Een goede uitkomst’, stelt Vermeij. ‘Daar spreekt veel vertrouwen uit. Het is heel fijn dat de deelnemers aangeven dat het bestuur verstandige beslissingen moet nemen, ook als die afwijken van de uitkomsten van het onderzoek.’

Zoiets zou bijvoorbeeld aan de orde zijn als deelnemers aangeven dat ze niet in aandelen willen beleggen, terwijl aandelenbeleggingen noodzakelijk zijn voor een goed pensioenresultaat.

Beleggingskeuzes toegespitst op levensfase

In het nieuwe pensioenstelsel is het de bedoeling dat het beleggingsbeleid in de solidaire premieregeling – waarvoor BPMS een voorlopige keuze heeft gemaakt - is toegespitst op leeftijdscohorten. ‘Zo is het bijvoorbeeld de bedoeling dat we het risico verlagen voor gepensioneerden, zodat er minder fluctuaties zijn in de uitkering’, zegt Vermeij.

Dit komt overeen met de onderzoeksresultaten. De risicopreferentie wordt minder offensief naarmate mensen ouder worden. Gepensioneerden hebben de meest defensieve risicopreferentie. Jongeren hebben een offensiever profiel. ‘Terecht’, zegt Vermeij. ‘Jongeren hebben een lange beleggingshorizon en zijn erbij gebaat wat meer risico te nemen. Dat betaalt zich op de lange termijn terug. Als je nooit risico hebt gelopen, heb je weinig kans op een hoge opbrengst.’

De uitkomsten van dit onderzoek hebben invloed op het beleggingsbeleid

In de Wet toekomst pensioenen staat dat de uitkomsten van risicopreferentieonderzoeken een rol moeten spelen bij het bepalen van het beleggingsbeleid. Hoe zwaar de risicopreferentie van deelnemers precies moeten wegen is nog niet bekend. Pensioenfondsen zijn in afwachting van zogenoemde lagere regelgeving van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, waarin dit wordt uitgewerkt.

Daarnaast spelen wetenschappelijke inzichten een belangrijke rol bij het bepalen van het beleggingsbeleid. ‘Maar het is duidelijk dat de uitkomsten van het risicopreferentieonderzoek een van de elementen vormt van de ALM-studie (Asset Liability Management), die de basis is voor ons beleggingsbeleid’, aldus Vermeij.

SPMS denkt mee hoe deelnemer financiële situatie gunstig kan beïnvloeden

Uit het onderzoek blijkt ook dat deelnemers er behoefte aan hebben dat SPMS rond hun 45e levensjaar informatie geeft over strategieën om hun financiële pensioensituatie gunstig te beïnvloeden. ‘Dat vind ik ook een mooie uitkomst’, zegt Vermeij. ‘Dat is een goede leeftijd, want dan zijn er nog mogelijkheden om je financiële situatie te verbeteren als dat nodig is. Op je 65e is er veel minder mogelijk om je financiële situatie te verbeteren.’

SPMS voorziet in deze behoefte. Zo zijn er financieel planners in dienst die deelnemers hierin kunnen ondersteunen. Zowel in de financiële planning richting pensioen als het inzicht bieden in de huidige financiële situatie. Daarnaast is ern een digitale tool: de QuickScan. Deze biedt deelnemers de mogelijkheid zelf aan de slag te gaan, op elk gewenst moment, en biedt snel en veilig al een goed inzicht in de financiële situatie bij pensioen.

'De behoefte aan informatie vervullen we nu al in algemene zin en we gaan kijken of we in de toekomst aan deze specifieke verwachting tegemoet kunnen komen'. Eveneens laat het onderzoek zien dat de meerderheid van de deelnemers positief staat tegenover maatschappelijk verantwoord beleggen, ook als dit ten koste zou gaan van het rendement. Vermeij: ‘Dit steunt ons in ons beleid ten aanzien van maatschappelijk verantwoord beleggen.’

Meer over ons beleggingsbeleid dat u mogelijk interessant vindt